Copy
Bekijk deze nieuwsbrief in uw browser
NIEUWSBRIEF 17 september 2019
Op Prinsjesdag heeft het kabinet de nieuwe begroting en fiscale maatregelen voor 2020 en verder gepresenteerd.
 
Met dit nieuwsbericht informeren wij u op hoofdlijnen over de belangrijkste voorstellen voor vermogende particulieren en directeur-grootaandeelhouders.
 
Op latere tijdstippen worden fiscale wetsvoorstellen ingediend voor de aanpassing van box 3 en voor het tegengaan van excessief lenen bij de eigen vennootschap. De contouren van deze voorstellen nemen wij in deze nieuwsbrief mee.
Inkomstenbelasting
  • De vorig jaar aangekondigde afbouw van het aantal tariefschijven in box 1 van vier naar twee wordt een jaar vervroegd. Het tarief van de eerste schijf wordt per 1 januari 2020 37,35%. In de hoogste schijf, vanaf € 68.507, wordt het tarief in 2020 49,5%.
  • De algemene heffingskorting en arbeidskorting worden verhoogd. De zelfstandigenaftrek wordt in acht stappen van € 250 en één stap van € 280 verlaagd naar € 5.000 in 2028.
  • De eerder ingezette stapsgewijze verlaging van de maximale hypotheekrenteaftrek en overige aftrekposten in de hoogste schijf wordt niet versneld. Het maximale aftrektarief in 2020 blijft 46%.
  • De eerder aangekondigde verhoging van het tarief in box 2 van 25% naar 26,25% in 2020 en naar 26,9% in 2021 blijft ongewijzigd.
  • Bij de invoering van de Wet IB 2001 is voor saldolijfrenten overgangsrecht geïntroduceerd. Dit overgangsrecht loopt tot uiterlijk 31 december 2020. Op 31 december 2020 dient verplicht te worden afgerekend over het rentebestanddeel in deze lijfrenten. Voorgesteld wordt om het overgangsrecht niet te beëindigen voor hybride saldolijfrenten (lijfrenten waarvan een deel van de premie wel en een deel van de premie niet in aftrek is gebracht).
  • De fiscale regeling voor de aftrek van scholingsuitgaven wordt afgeschaft en vervangen door een individuele leerrekening. De ingangsdatum is nog niet bekend.
Vennootschapsbelasting
  • De tarieven zullen volgens onderstaande tabel worden verlaagd:
Schijf Winst (€) 2019 2020 2021
1e 0 – 200.000 19% 16,50% 15%
2e > 200.000 25% 25% 21,70%
  • Het kabinet is voornemens om met ingang van 2021 de volgende maatregelen te nemen:
  1. afschaffing van de betalingskorting voor de vooruitbetaling van aanslagen vennootschapsbelasting;
  2. verhoging van het effectieve tarief van de innovatiebox van 7% naar 9%; en
  3. aanpassing van de liquidatie- en stakingsverliesregeling, waarbij verliezen op deelnemingen en vaste inrichtingen buiten de EU/EER worden uitgesloten en de planbaarheid van het moment van verliesneming wordt beperkt.
  • Voor aanslagen vennootschapsbelasting die zien op belastingtijdvakken die zijn aangevangen op of na 1 januari 2019 zal belastingrente worden gerekend als de aangifte wordt ingediend na de eerste dag van de zesde (thans vierde) maand na afloop van het boekjaar (doorgaans 1 juni).
Conditionele bronbelasting
  • Met ingang van 1 januari 2021 wordt bronbelasting geheven op rente- en royaltybetalingen door een in Nederland gevestigd lichaam aan gelieerde lichamen in bij ministeriële regeling aangewezen jurisdicties met een statutair tarief van minder dan 9% of die zijn opgenomen op de EU-lijst van niet-coöperatieve landen.
  • De bronbelasting is tevens verschuldigd bij kunstmatige structuren die zijn bedoeld om Nederlandse bronbelasting te ontwijken (misbruik).
  • Het tarief is gelijk aan het hoogste statutaire tarief in de vennootschapsbelasting (21,7% in 2021).
  • De betaler van de rente en/of royalty’s is inhoudingsplichtig.
Overige maatregelen
  • De overdrachtsbelasting voor de verkrijging van niet-woningen wordt, ter dekking van de voorstellen uit het klimaatakkoord, in 2021 verhoogd van 6% naar 7%.
  • Het kabinet stelt vier maatregelen voor in de werkkostenregeling in de loonheffingen, te weten:
  1. vergroting van de vrije ruimte door de introductie van een tweeschijvenstelsel, waarbij de vrije ruimte, kort gezegd, wordt berekend als 1,7% van de loonsom tot en met € 400.000, en 1,2% van het restant van de loonsom;
  2. gerichte vrijstelling van vergoedingen voor een verklaring omtrent gedrag;
  3. verlenging van de termijn waarbinnen uiterlijk aangifte moet zijn gedaan van de eindheffing tot de aangifte over het tweede tijdvak van het volgende kalenderjaar (doorgaans de aangifte over februari);
  4. aanpassing van het waarderingsvoorschrift voor producten uit het eigen bedrijf naar de waarde in het economisch verkeer.
  • Het algemene bijtellingspercentage voor auto’s van de zaak is 22%. In 2019 geldt voor elektrische auto’s een korting van 18% op het bijtellingspercentage tot een maximum cataloguswaarde van € 50.000. De korting wordt voor nieuwe auto’s in de jaren tot 2026 als volgt afgebouwd tot nihil:
  2020 2021 2022-2024 2025 2026 e.v.
Korting 14% 10% 6% 5% n.v.t.
Maximum € 45.000 € 40.000 € 40.000 € 40.000 n.v.t.
  • Als een belastingplichtige opzettelijk onjuiste belastingaangifte heeft gedaan waarvan de Belastingdienst nog niet op de hoogte is, kan dat worden gecorrigeerd door een vrijwillige verbetering in te dienen. Zodoende kan de belastingplichtige een fiscale boete en strafrechtelijke vervolging beperken of voorkomen. Voorgesteld wordt om deze ‘inkeerregeling’ te beperken, zodat niet meer boetevrij kan worden ingekeerd voor binnen- en buitenlands inkomen uit aanmerkelijk belang en inkomen uit sparen en beleggen.
  • Er wordt een keuzeregeling voor elektronisch berichtenverkeer geïntroduceerd. Op grond van deze regeling kan worden gekozen op welke manier de belastingplichtige of toeslaggerechtigde berichten van de Belastingdienst wil ontvangen. De keuze kan op elk moment worden gewijzigd. Op het keuzerecht kunnen uitzonderingen gelden, bijvoorbeeld door technische beperkingen. De datum van inwerkingtreding van dit voorstel moet nog nader worden vastgesteld.
Aanpassingen van box 3

Voor de zomer van 2020 wordt een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede Kamer voor de aanpassing van box 3. In de nieuwe regeling wordt vanaf 2022 een onderscheid gemaakt tussen spaargeld en overige beleggingen. In de kamerbrief van 6 september 2019 zijn de volgende contouren van de nieuwe regeling geschetst:
  1. indien het vermogen op 1 januari van een jaar minder bedraagt dan € 30.846 (€ 61.692 bij fiscale partners), zonder daarbij rekening te houden met schulden, is geen belasting in box 3 verschuldigd;
  2. indien het vermogen op 1 januari van een jaar meer bedraagt dan € 30.846 (€ 61.692 bij fiscale partners) moet over het gehele vermogen een forfaitair rendement worden berekend, waarbij:
    • het forfaitair rendement op spaargeld 0,09% bedraagt;
    • het forfaitair rendement op overig vermogen 5,33% bedraagt;
    • over schulden in box 3 een forfaitaire rente van 3,03% in mindering wordt gebracht;
  3. voor zover het forfaitair rendement hoger is dan € 400 (per partner) wordt een belasting geheven van 33%;
  4. er worden nader uit te werken maatregelen geïntroduceerd om te voorkomen dat rond de peildatum van 1 januari beleggingen uit fiscale overwegingen worden omgezet in spaargeld.
Excessief lenen bij de eigen vennootschap
  • In onze nieuwsbrief van 6 maart 2019 berichtten wij u al over de contouren van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap. Op grond van dit wetsvoorstel zijn aanmerkelijk belanghouders die geld lenen bij hun eigen vennootschap vanaf 2022 belasting verschuldigd voor zover deze leningen in totaal meer bedragen dan € 500.000. Er geldt een uitzondering voor eigen woningschulden.
  • In het Pakket Belastingplan 2020 is aangekondigd dat het wetsvoorstel in het vierde kwartaal van 2019 wordt ingediend.

Over Arcagna

Arcagna is een onafhankelijk nichekantoor dat zich exclusief richt op de geïntegreerde fiscale en juridische advisering van vermogende particulieren en ondernemers (private clients). Cliënten zijn doorgaans succesvolle ondernemers die, naast rust op het familiale en fiscale vlak, zeer geïnteresseerd zijn in het behoud van hun privacy. 
Meer informatie

Disclaimer

Ondanks alle zorg die aan deze uitgave is besteed, blijven vergissingen mogelijk. Arcagna B.V. kan geen aansprakelijkheid nemen voor onvolledigheden/onjuistheden, noch voor de gevolgen van activiteiten die worden ondernomen op basis van deze uitgave.
 
Arcagna Amsterdam
Museumplein 5E & F
1071 DJ Amsterdam
T: +31 (0)20 305 0850
E: info@arcagna.com
Arcagna Rotterdam
Wilhelminaplein 1-40
3072 DE Rotterdam
T: +31 (0)10 313 4776
E: info@arcagna.com
Copyright © 2019 Arcagna, All rights reserved.
U ontvangt deze nieuwsbrief omdat u een relatie van Arcagna bent.